David, plaatsvervangend supermarktmanager
Van hulpkracht tot plaatsvervangend supermarktmanager
Als 18-jarige scholier trok David van der Gouw voor het eerst de blauw-gele kleren aan om in de jaren daarna steeds meer verantwoordelijkheid erbij te krijgen. Inmiddels is David binnen Lidl doorgegroeid en vertelt hij hoe hij zichzelf heeft ontwikkeld. Die stappen op zijn carrièreladder zette hij in Enschede, zijn eerste in een filiaal op de route naar school. “Dat was in 2018, toen ik een bijbaantje zocht. Omdat ik bij de Lidl altijd boodschappen deed en daar vacatureflyers zag liggen, wist ik dat ze mensen nodig hadden. Niet veel later begon ik als hulpkracht.”
Allround medewerker
David (inmiddels 24) omschrijft zichzelf in die jaren als allround medewerker. “Je zit soms achter de kassa, vult de schappen, maar maakt ook schoon. Ik deed eigenlijk alles wel. Vaak begon mijn dienst einde middag en was ik klaar als de winkel sloot.” Die afwisseling verschoof toen hij een vast contract kreeg en naar de groenteafdeling verhuisde. “Toen moest ik juist om zes uur ‘s ochtends starten: de voorraad aanvullen en de versheid controleren. Dat vond ik helemaal super!”
Assistent supermarktmanager
Davids harde werken en loyale houding werd drie jaar geleden beloond toen hij de kans kreeg assistent supermarktmanager te worden. “Vanaf dat moment was ik mede-eindverantwoordelijk voor de winkel. Veel taken bleven hetzelfde, maar er kwam vooral meer bij. Denk aan de dagplanning en een stukje leidinggeven. Je moet ervoor zorgen dat iedereen zijn werk goed uitvoert, maar ook je eigen taken niet vergeten.”
Plaatsvervangend supermarktmanager
Inmiddels is David de kersverse plaatsvervangend supermarktmanager in filiaal 503 aan de Brinkstraat. “Ik solliciteerde omdat de vorige iets anders ging doen. ‘Nee heb je, ja kun je krijgen’, dacht ik. Nou, en het is gelukt! Dat bewijst maar weer dat je heel ver kan komen, zolang je er maar écht voor gaat. Mijn advies aan mijn collega’s is dan ook: toon lef, laat jezelf zien en spreek het uit als je iets wil.”